Wijn uit Polopos en de Alpujarra
Polopos stond vroeger bekend om zijn wijn en anis. Het dorp telde twee distilleerderijen en vele bodega’s. De ruïne van een van de distilleerderijen is nog altijd zichtbaar naast de fuente, de waterbron net buiten het dorp, de andere distilleerderij is met de grond gelijk gemaakt. Er wordt nog wel wijn gemaakt door de dorpelingen. Bijna iedereen heeft een eigen wijngaard die voldoende produceert om het eigen gezin het hele jaar van wijn te voorzien. Omdat het voor eigen consumptie is, laat niemand zijn wijn controleren door de instanties. Dat wil niet zeggen dat er iets mis is met kwaliteit of hygiëne, maar het heeft wel tot gevolg dat de wijn officieel niet verkocht mag worden.
Het wijngebied waartoe Polopos behoort, strekt zich uit van de rivier de Guadalfeo ten noorden van Polopos tot aan de Middellandse Zeekust en het gebergte van Lújar in het westen tot het gebergte van Gádor in het oosten. Het bestaat naast Polopos uit twaalf andere dorpen: Albondón, Albuñol, Almegíjar, Cádiar, Cástaras, Lobras, Murtas, Rubite, Sorvilán, Torvizcón, Turón en Ugíjar. De producenten die wel verbouwen voor de verkoop mogen op hun etiket Vino de la Tierra Cumbres del Guadalfeo vermelden. De wijn wordt daarmee gekwalificeerd als landwijn. Dit is een categorie lager dan de Denominación de Origen Controlada (DOC) waar bijvoorbeeld de Ribera del Duero en de Penedés toe behoren. Een DOC heeft strengere eisen op het gebied van de toegestane variëteiten van druiven, opbrengst per hectare en productiemethoden.
De Cumbres del Guadalfeo is geen makkelijk gebied voor wijnproductie. De zomers zijn hier zo heet dat het heel lastig is om een gebalanceerde rijping mogelijk te maken. De rode wijn die door onze dorpsgenoten gemaakt wordt, smaakt daardoor soms bijna als portwijn: meer dan 15 procent alcohol, zoet en met heel weinig zuren. Toch worden er bovenop de berg fantastische wijnen verbouwd. Tussen 1100 en 1400 meter hebben de wijnbouwers minder last van de hoge temperaturen. De keerzijde is dat op de steile hellingen tractoren en andere machines vaak onbruikbaar zijn. De vendimia, de druivenpluk die in september en oktober plaatsvindt, wordt daarom veelal nog met muildieren en ezels gedaan.
De meest voorkomende rode druivensoorten zijn garnacha, tempranillo, cabernet sauvignon, cabernet franc, merlot, pinot noir en syrah. Voor witte wijn gebruikt men montua, chardonnay, sauvignon blanc, moscatel de alejandría, jaén blanca, pedro ximénez en vigiriega. De vigiriega is bijzonder, omdat het een druif is die oorspronkelijk uit dit gebied komt. Alleen op Tenerife kun je hem ook vinden, omdat hij daar naartoe is gebracht uit angst voor de druifluis die aan het eind van de 19e eeuw overal in Europa de wijngaarden vernietigde.
Traditioneel wordt in dit gebied veel roséwijn gemaakt, hier rosado genoemd, maar de serieuzere wijnboeren boven op de berg zijn niet bang om te experimenteren. Ze planten nieuwe druivensoorten aan, waarvan ze verwachten dat die het misschien goed zouden kunnen gaan doen, testen technieken uit andere landen of bedenken zelf nieuwe oplossingen. Ze maken hoofdzakelijk natuurwijnen, zonder toegevoegde sulfieten en andere ingrediënten die niet eigen zijn aan de druif zelf. Sommige van hun wijnen worden geschonken bij sterrenrestaurants aan de andere kant van de wereld, terwijl het officieel ‘slechts’ landwijnen zijn. Een van de wijnboeren vertrouwde ons toe, dat hij hoopt dat de Cumbres del Guadalfeo nooit een DOC wordt. Daarmee zou de vrijheid om te experimenteren een stuk kleiner worden en dat is juist waarom hij zo van dit gebied houdt.